woensdag 27 augustus 2014

Israël, Palestina, ISIS: vijf overwegingen

I
Pro-Israël of pro-Palestina? Het is mijn overtuiging dat iedereen die zich ook maar vijf minuten verdiept in de materie zal inzien dat ondubbelzinnig partij kiezen voor een van de twee even kortzichtig als onmogelijk is omdat zowel de Israëliërs als de Palestijnen al sinds de vroegste schermutselingen wederzijds veelvuldig over de schreef zijn gegaan, afspraken niet zijn nagekomen en elkaar niet veel ontlopen in fanatisme, wreedheid en onredelijkheid.
Dat wil zeggen: de kwalijke elementen aan beide zijden. En zulke elementen, zo luidt levenswijsheid nummer één, hebben altijd het hoogste woord en de grootste invloed. De middenman is eeuwig de pineut.
Telkens als aan beide zijden de macht in de richting van de extremere partijen verschuift, komt de altijd borrelende cocktail tot ontbranding. Nu staan Likoed en Hamas weer eens tegenover elkaar en staan de zoveel gematigdere Arbeiderspartij en Fatah buitenspel.
Aan beide kanten regeren de hardliners. De zogenaamde leiders in Gaza brengen wapens onder in scholen en ziekenhuizen en gebruiken hun eigen volk, waaronder veel kinderen, als menselijk schild. Israël bombardeert een school, ondanks herhaalde waarschuwingen van de VN dat er een opvangcentrum in is gevestigd.
De ene keer schendt Israël een wapenstilstand, de volgende keer is het Hamas dat het bestand doorbreekt.
Te midden van het vrijdaggebed in Gaza en het zaterdaggebed in Israël is hun onderlinge conflict een gebed zonder eind.
Velen omzeilen de kwestie door te stellen dat Israël Palestina heeft bezet en de bezette gebieden moet 'teruggeven'. Voor de goede orde: er heeft vóór Israël nooit een Palestijnse staat bestaan. 'Palestina' was van 1917 tot 1948 een Brits mandaatgebied, daarvoor een regio van het Ottomaanse rijk. In 1948 kreeg Jordanië de Westelijke Jordaanoever en Egypte de Gazastrook, nadat de Arabische landen een tweestatenoplossing hadden verworpen. Deze gebieden werden in 1967 door Israël veroverd.
Ze simpelweg 'teruggeven' is dus geen optie, want dat zou teruggeven aan Jordanië en Egypte betekenen.
Veel relevanter is wat er daarna is gebeurd: de Oslo-akkoorden van 1993, waarin de tweestatenoplossing mondeling werd afgesproken, en de VN-resoluties waarin dit nadien werd bekrachtigd. Díe moeten de leidraad vormen, populistische praat over 'bezetting' werkt alleen maar averechts.
Het gaat er allang niet meer om wie er de meeste 'schuld' heeft, de dynamiek moet gaande gehouden worden, zoals Harry van den Bergh onlangs terecht betoogde bij Hollandse Zaken.

II
In een extreem gepolariseerd debat als dit is het hoogst problematisch objectieve informatie over het conflict te vinden.
Zelfs de deskundigen moeten op eieren lopen. Het is bijzonder deprimerend dat Christ Klep, militair historicus, zich bij Knevel en Van den Brink blijkbaar genoodzaakt ziet om zich bij voorbaat te verontschuldigen als hij stelt dat Israël zich 'betrekkelijk terughoudend' opstelt. De man is expert, roept niet zomaar wat, geeft geen eigen mening, maar doet zijn bewering op basis van wetenschappelijk onderzoek en gedegen feitenkennis. Maar de publieke opinie is zo opgefokt dat hij bijna onder de tafel moet kruipen voor hij durft te zeggen dat objectief vaststelbaar is dat Israël tot op zekere hoogte rekening houdt met burgerslachtoffers.
Dat laatste wil er gewoon niet in bij de pro-Palestina-factie. Velen, onder wie ook prominente Joden, stellen zelfs dat Israël nu de Palestijnen aandoet wat henzelf is overkomen in de Tweede Wereldoorlog.
Er ligt een rare redenering ten grondslag aan die opinie, door Elma Drayer in Trouw als volgt samengevat: 'Omdat de Joden zelf in de Tweede Wereldoorlog zo lelijk te pakken zijn genomen, dienen zij zich nu als heiligen te gedragen.'
Ruim 12.000 raketten vuurden de Palestijnen sinds 2002 af op Israël. 99% werd door Iron Dome onderschept. Niettemin vielen er 28 doden en is een kwart van de bevolking door de aanhoudende dreiging psychisch gediagnosticeerd als getraumatiseerd.
Israël is omringd door landen die op het bloed van de Joden uit zijn. Khaled Meshaal, politiek leider van Hamas, zegt in een interview dat Hamas niet welbewust Israëlische burgers doodt, maar dat de verouderde staat van het wapentuig precies richten onmogelijk maakt. Geef ons betere wapens, zegt hij met droge ogen, en we beloven dat we Israëlische burgers zullen ontzien. Maar natuurlijk, geef het wapenarsenaal van Hamas een flinke upgrade en het komt allemaal goed...
Hamas wil geen duurzame vrede, het wil Israël vernietigen - dat staat zwart op wit in het charter -, ook als daarvoor vele slachtoffers onder het eigen volk moeten vallen.
De literatuurwetenschapper Elrud Ibsch stelt in Overleven in verhalen (2013) naar aanleiding van het werk van Elie Wiesel en Primo Levi dat de Joden door eeuwen van vervolging en diaspora 'kennis van de ander' als overlevingsstrategie hebben moeten adopteren. Te lang bleven de Joden in het vooroorlogse Duitsland geloven dat zij deel uitmaakten van de Duitse cultuur, met fatale gevolgen. Dat drama bepaalt hun houding sindsdien: alleen 'kennis' en een 'meedogenloze analyse van de ander vormen de basis voor een leven zonder bedreiging.'
Dat is direct toepasbaar op Israël. Een meedogenloze analyse van Hamas ligt ten grondslag aan de even meedogenloze politieke en militaire opstelling in het conflict.

III
Israël wordt vaak een baken van beschaving in een zee van barbarij genoemd. Hoewel daar wel enkele stevige nuances bij te plaatsen vallen (racisme, de nederzettingenpolitiek), is het onmiskenbaar waar dat Israël van alle landen in de regio het dichtst de verlichtingsidealen en -normen en waarden benadert die in het Westen de basis vormen van politiek en maatschappij.
Als Frits J. Barend in NRC Handelsblad schrijft dat Israël het enige land in het Midden-Oosten is waar moslims op vrijdag naar de moskee kunnen, joden op zaterdag naar de synagoge en christenen op zondag naar de kerk, dan lijkt me dat onweerlegbaar, net als zijn commentaar dat de Israël-correspondenten die felle kritiek leveren op Israël dit alleen maar kunnen doen bij gratie van de vrijheid van meningsuiting in datzelfde land: 'Nu een echte genocide dreigt in Irak en de "vrije" wereld Amerika smeekt zich ermee te bemoeien, dringt hopelijk tot meer weldenkende mensen door dat in bijna de hele Arabische regio rond Israël geen plaats is voor oppositie, vrije pers en andersdenkenden, om nog maar te zwijgen van plaats voor andersgelovigen.' En voor andersgeaarden, kunnen we daar nog aan toevoegen.
Waarom kiezen dan toch zoveel media de kant van de Palestijnen? Waarom is er dan zo'n toenemende anti-Israël-stemming in veel Europese landen waaronder Nederland?
De Belgische filosoof Dennis Baert heeft een reuze interessante analyse hierop losgelaten. Precies die verwantschap in normen en waarden is paradoxaal genoeg de oorzaak: 'Wanneer we Israël zien, zien we namelijk een samenleving die in haast alles op ons lijkt maar met één cruciaal verschil: het wordt omringd door vijanden die het als hun heilige plicht zien dat land en al zijn inwoners van de kaart te vegen. Een land dat zich bijgevolg tegen wil en dank verplicht ziet geweld te gebruiken.'
Israël belichaamt dus 'onze' verlichte waarden, behalve in zijn toepassing van excessief geweld tegen zijn vijanden. En dat gegeven drukt ons met de neus op de fragiliteit van ons kunstmatige pacifisme-ideaal: 'Het confronteert ons met het feit dat mensen die in alles op ons gelijken, de tragiek van het geweld niet kunnen vermijden. We realiseren ons dat als wij zouden geconfronteerd worden met een zulke vijand – en dat lijkt steeds minder denkbeeldig – wij net hetzelfde zouden doen.'
In de tussenzin in het laatste citaat van Baert zit de crux: juist nu, met ISIS beukend op de poorten van het vrije westen, worden we gedwongen ons te beraden op onze eigen verhouding tot geweld.

IV
Meindert Fennema, emeritus hoogleraar politicologie, haalde laatst in de Volkskrant nog maar eens wijlen Wilhelmus S.P. Fortuyn aan, die in een van zijn laatste Elsevier-columns schreef: 'Er is bijna geen conflict ter wereld, of het nu een burgeroorlog betreft of een oorlog tussen twee of meer landen, waar de islam geen prominente rol speelt.'
Het is veelzeggend dat in het Hamas-charter niet staat dat Hamas of bij uitbreiding het Palestijnse volk Israël zal vernietigen, maar de 'islam'. Het is islam dat 'will invalidate' Israël.
Een tweede reden voor de anti-Israël-stemming is dan ook de toegenomen demografische diversiteit van de westerse samenlevingen. Anderen noemen dat 'islamisering'.
Hoewel de Israëlische samenleving zoveel op de 'onze' lijkt, engageren veel allochtonen in datzelfde Westen zich met de vijanden van Israël. Ze zien de Palestijnen als een broedervolk, Israël als onderdeel van het perfide Westen, Amerika als de ultieme boeman.
Het valt op dat veel Palestina-apologeten zelf geen Palestijnse achtergrond hebben. Als Ramsey Nasr de Palestijnse zaak bepleit, dan is dat logisch en zelfs te prijzen gezien zijn Palestijnse roots. Dat hij daarvoor zijn Dichterschap des Vaderlands misbruikt is een dubieus vers twee, en dat hij daarbij als afleidingsmanoeuvre zijn moederland finaal afserveert is om hels van te worden - maar dat terzijde.
De nieuwe voorhoede van de aanhang van de Palestijnen in Nederland bestaat goeddeels uit Marokkanen. De meest recente pro-Gaza-demonstratie in Amsterdam werd geleid door beroepsmarokkaan Mohammed Rabbae en de marginale mocrorapper Appa, aangevuld met een Belgisch-Libanese provocateur Abou Jahjah. Het mohammedaanse Cocktail Trio ('Hup hup hup voor de Gazastrook').
Appa kwam met weldoordachte, zinnige teksten: 'Het is klaar met de zionistische honden!' En: 'Fuck de Talmoed!'
Het ironische is dat hij onbedoeld de vinger op een andere wonde plek legt: zagen we hierna woedende Joden de Marokkaanse ambassade bestormen? Of ziedende zionisten de Marokkaanse vlag in de hens steken? Neen. Roep daarentegen eens 'Fuck de Koran!' of iets dergelijks...
Appa had het ook op CIDI-directeur Esther Voet voorzien: 'Esther Stinkvoet, je bent een smerig mens!' Daarna mocht Abou Jahjah: 'Ik ben trots om op hetzelfde podium te staan als Appa, hij heeft alles al gezegd.'

V
Arie Boompjes zei laatst bij Knevel en Van den Brink: 'ISIS heeft niets met de islam te maken.' Niemand aan tafel sprak hem tegen. ISIS heeft niks met de islam te maken... dat is hetzelfde als zeggen: Vaticaanstad heeft niks het het christendom te maken. Natuurlijk heeft ISIS alles met de islam te maken! Het is een zeer radicale, extreem gewelddadige pervertering van de islam. Arie bedoelde waarschijnlijk: het merendeel van de islamieten moet niks van ISIS hebben, zoals ook een substantieel deel van de christenen niets met de paus opheeft - Andries en Tijs kunnen erover meepraten.
Volgens de laatste schattingen zijn er inmiddels in totaal zo'n 11.000 strijders uit 74 verschillende landen als jihadist afgereisd naar het Midden-Oosten, 'de grootste buitenlandse mobilisatie van buitenlandse strijders sinds de oorlog in Afghanistan in de jaren tachtig' (Metro). Eenderde van de elfduizend heeft een Europese of westerse achtergrond.
Zo'n 130 strijders zijn er uit Nederland naar Syrië vertrokken om voor ISIS te vechten. Uit Duitsland 320, uit België 385, uit Frankrijk 400, uit Groot-Brittannië zelfs zo'n 500. En het enge is: de helft is teruggekeerd. Ze ronselen nieuwe strijders, zijn wandelende fragmentatiebommen.
ISIS beukt niet alleen op de poorten, het heeft al een legertje binnen de muren lopen. Hoe ga je daar mee om?
De remedie moet in de richting van sociale inclusiviteit worden gezocht: de jongeren die nu opgevoed worden met virulente antiwesterse denkbeelden en gehersenspoeld met beloften dat het heil in de radicale islam te vinden is, moeten op de een of andere manier ervan worden doordrongen dat de op radicale verlichting gegrondveste vrije samenleving waarin zij het geluk hebben op te groeien oneindig veel beter is dan de utopie van een door shariawetten geregeerde maatschappij.
Terwijl ik het opschrijf zinkt me de moed al in de schoenen. Want hoe? En wie moeten het voortouw nemen? Je zou toch denken de vertegenwoordigers van de islamitische gemeenschap zelf. Maar zolang de rolmodellen haatzaaiende rappers en opruiende activisten zijn, worden jongeren alleen maar gekker gemaakt.
Oplossingen die nu worden voorgesteld zijn het uitzetten van radicale imams en strafbaarstelling van terrorismeverheerlijking. Vooral dat laatste is gevaarlijk, want dat komt neer op het beknotten van de vrijheid van meningsuiting.
Precies de verlichte waarden die onder vuur liggen worden dan in de paniek overboord gezet. Dat is een zeer zorgelijke ontwikkeling.

Geen opmerkingen: