zaterdag 10 januari 2009

Een dikke en een dunne

Op zijn blog over klasse-literatuur schreef Fabian Stolk onlangs dat er maar weinig dikke romans (> 500 blz.) zijn die hij heeft uitgelezen. Zulke pillen trekken een zware wissel op je tijd en discipline en moeten derhalve hun omvang wel waar kunnen maken. Ze moeten jou als lezer bijtijds kunnen aantonen 'dat het de moeite loon[t] om er zo veel tijd in te steken als een volledige lectuur zou vergen'. Gebeurt dat niet vlug genoeg, dan is de kans groot dat het boek voorgoed onuitgelezen blijft, en je naar aanleiding van de negatieve ervaring ook andere boeken van de betreffende auteur aan je voorbij laat gaan.

Bijkomende complicatie is het fenomeen 'canon'. Van veel auteurs zien we steeds weer diezelfde vuistdikke roman in allertijdenlijstjes verschijnen. Een argeloze lezer met een zekere interesse in lezen en literatuur zal zich op deze boeken storten. Als de lectuur dan tegenvalt, blijven minder bekende en vooral dunnere werkjes van de auteur uit het zicht. Terwijl die soms meer de moeite waard kunnen zijn dan het 'meesterlijke epos'. Enkele voorbeelden.

Van Harry Mulisch lezen vele lezers ooit zijn magnum opus De ontdekking van de hemel (≥ 900 blz.). Een meeslepende, vlotte roman die niet veel mensen de lectuur zal doen staken. Ook De aanslag, Twee vrouwen en Siegfried doen het goed tegenwoordig. Jammer is dat daardoor veel van het vroege werk van Mulisch onderbelicht blijft, terwijl er tussen zijn romans uit de jaren vijftig enkele juweeltjes zitten. Bijvoorbeeld het onvolprezen Het mirakel (≤ 150 blz.). In dit prettig gestoorde werkje, dat het midden houdt tussen een roman en een verhalenbundel, volgen we in 'zeventien episodes van troost en liederlijkheid' de escapades van de heer Tiennoppen, een ietwat wereldvreemd mannetje bij wie de verbeelding weleens met de werkelijkheid op de loop wil gaan. Dat levert een prachtige verzameling vertederende en humoristische schetsen op. Het mirakel loopt vooruit op Italo Calvino's succesvolle Marcovaldo.

De Kapellekensbaan en het vervolg Zomer te Ter-Muren (samen ≥ 1000 blz.) van Louis-Paul Boon zijn niet alleen door hun omvang een ware leesexercitie. Ook de modernistische structuur en stijl vergen nogal wat inspanning van de lezer. Een mooie kennismaking met het werk van de Vlaming vormt Menuet (≤ 200 blz.). In Menuet wordt drie keer hetzelfde verhaal verteld. Achtereenvolgens een man, zijn echtgenote en hun dienstmeisje komen aan het woord. Het slot van elk gedeelte geeft steeds weer iets meer van de geschiedenis prijs. Bovenaan de pagina's zijn krantenknipsels over morbide nieuwsberichten afgedrukt die de man verzamelt. Hier is Boons modernistische, aan Dos Passos verwante, collagetechniek in te herkennen.

A.F.Th. van der Heijden staat er niet om bekend dunne boekjes te schrijven. Zijn stilistische virtuositeit en uitdijende verbeeldingskracht lijken alleen te kunnen gedijen in enorme boekwerken. Zijn cyclus De Tandeloze Tijd (6 delen, ≥ 2500 blz.) is een voorbeeld van hoe boeken van om en nabij de 500 pagina's van begin tot eind kunnen blijven boeien (Vallende ouders, Advocaat van de hanen), al geldt dat niet voor alle delen van de cyclus (Onder het plaveisel het moeras). Ook de huidige reeks Homo Duplex barst nu al uit zijn voegen. Een minder bekend, op zichzelf staand werkje van Van der Heijden is zijn roman Het leven uit een dag (≤ 200 blz.). Het verhaal speelt zich af in een wereld waarin de mens maar één dag leeft en de ontmaagding ook meteen de laatste keer is. Een jongen vermoordt samen met zijn vriendin een oude man om in de hel terecht te komen waar de dingen wel herhaalbaar zijn. De combinatie van dit gegeven en A.F.Th.'s ongeëvenaarde verbeeldingskracht heeft een meesterwerkje opgeleverd.

Een groot aantal lezers is er niet in geslaagd de laatste pagina van Hugo Claus' grote roman Het verdriet van België (≥ 750 blz.) te bereiken. Tot de helft is een eitje, maar het warrige tweede gedeelte is voor velen een brug te ver. Een uitstekend alternatief is De Metsiers (≤ 150 blz.), de debuutroman van Claus. De gezinsleden van een ontsporende Vlaamse boerenfamilie zijn hierin de hoofdpersonen. In korte hoofdstukjes worden de gebeurtenissen steeds door de ogen van een ander personage weergegeven. Bovenaan de pagina staat aangegeven via wie het verhaal wordt gepresenteerd. Deze meervoudige vertelsituatie zorgt voor een suggestief, speculatief verhaal. Veel blijft onduidelijk, ongezegd en bovenal meerduidig.

Thomas Rosenboom, met A.F.Th. misschien wel de stilistische grootmeester van de hedendaagse Noord-Nederlandse literatuur, heeft naam gemaakt met de zeer leesbare historische roman Publieke werken (≥ 500 blz.) over twee negentiende eeuwse idealisten: een apotheker uit Hoogeveen en een vioolbouwer uit Amsterdam. Ook voorganger Gewassen vlees (≥ 700 blz.) is kloek. Minder obees is de verhalenbundel De mensen thuis (≤ 200 blz.). Drie gitzwarte verhalen over een klein jongetje. De lezer wordt handig bespeeld met op het oog goedwillende, sympathieke kinders, maar als de verhalen ontsporen komen de beklemming en de vervreemding daardoor steevast des te harder aan.

De chaotische stijl van Fjodor Dostojevski is vermaard. Voor het zorgvuldig lezen van Misdaad en straf (≥ 500 blz.) en De broers Karamazov (≥ 1000 blz.) mag de lezer dan ook een flink aantal uren reserveren. Zoals dat bij vrijwel elke oude Rus het geval is, maar dat terzijde. Minder dik is Zapiski uz podpolja (≤ 200 blz.), in de loop der tijd onder verschillende titels vertaald, uiteenlopend van Aantekeningen uit het dodenhuis en Gedenkschriften uit de onderwereld tot Memoires uit het Souterrain en Herinneringen uit het ondergrondse. Aan het woord is een dwarse mislukte ambtenaar die in monoloogvorm zijn geestelijke superioriteit demonstreert. Nog steeds vrij pittig, maar niettemin zeer de moeite waard.

Ulysses (≥ 800 blz.) is zo'n typisch canoniek werk dat maar weinigen daadwerkelijk gelezen hebben. Het met associatief woordspel overladen Finnegans Wake (≥ 600 blz.) slaat wat dat betreft al helemaal de klok. Een veel lichter verteerbare roman van James Joyce is de Bildungsroman A Portrait of the Artist as a Young Man (≤ 300 blz.), over de coming of age van een jonge kunstenaar. Een even inspirerend als ontroerend portret met een prettige afwisseling van diepzinnigheden en frivole verhalende elementen.

Dé roman die als geen ander de geschiedenis van de Verenigde Staten in de tweede helft van de twintigste eeuw weergeeft is volgens velen Underworld (≥ 800 blz.) van Don DeLillo. Een mix van fictieve en werkelijke geleefd hebbende personages bevolkt dit epos. Een kortere inleiding in het werk van DeLillo is Kosmopolis (≤ 200 blz.). Deze roman beschrijft indringend de wereld van het grote geld, van het speculeren op de beurs en van de vervreemding, leegte en angst die hoofpersoon en multimiljardair Eric Packer ervaart. Actueler dan ooit.

Geen opmerkingen: